Mijn ouders waren Jozef De Kerpel en Maria Verbeken.

Mijn vader was schoenmaker van beroep, geboren en getogen te Schellebelle.
Hij werd geboren op de Hoogstraat in 1908. 
Zijn vader Phillemond was wagenmaker en zijn moeder Maria Justina Bontinck was herbergierster.
Hij is dus opgegroeid in het café 'De Ploeg' op de Hoogstraat waar hij in een kamertje naast de gelagzaal een kapperstafel en een scheerstoel had en de klanten tussen pot en pint opknapte.

Het café was later gekend als 'bij Louise en Gust', Louise was mijn vader's zuster, er was een populaire stekbolbaan onder de enorme notelaar.

In het café was ook een kleine stekbolbaan aangelegd in mozaïek.  Nu rest er slechts een grauwe parking. (51.00931,3.934886)

Mijn moeder was huisvrouw, ze is geboren in Overmere, achteraan in de Broekstraat.

Haar vader Benedickt Frans was boomkapper en haar moeder Adela Josepha Rasschaert was herbergierster.

Benedict Frans stierf veel te jong en zo werd Karel Lodewijk De Rijcke, landbouwer van beroep, haar stiefvader.
Pit, Charlowie, was geboren in 1888, een klein fijn en heel aangenaam zachtaardig man, hij is de enige grootouder die ik ooit heb gekend.
Ik heb prachtige herinneringen aan hem. (51.041961,3.95817)